zaterdag 28 juni 2014

De tedere onverschilligen

Oscar van den Bogaard geeft zijn hoofdpersoon volop reden om zijn leven in Nederland vaarwel te zeggen. Hij is betrapt op een intiem moment met de dochter van zijn minnares, waarop hij ontslagen is, zijn minnares hem niet meer wil zien en zijn vriendin hem verlaten heeft. De troost van zijn benedenbuurvrouw voldoet niet. Ze is niet zijn moeder. Hij wil wel aandacht, maar geen verantwoording afleggen. Met zijn familie heeft hij geen hechte band. Zijn zus begrijpt hem niet, zijn vader is ver heen en zijn moeder is er niet meer. Zijn zus vindt het erg voor hem dat hij geen kinderen heeft. Maar hij denkt niet dat het hebben van kinderen gelukkiger maakt. ‘Ik vind het een zegen om een punt te kunnen zetten  achter een geschiedenis die zich steeds maar weer herhaalt.’ Zijn ex-vriendin vindt hem een loser die geen keuzes kan maken.

Toch is dat wat hij doet na op zijn  manier afscheid te hebben genomen van de mensen om zich heen: hij besluit dat hij naar Napels gaat. Van den Boogaard schetst een beeld van een man die nergens bij hoort, een buitenstaander die niets heeft te verliezen en opnieuw wil beginnen. In Napels is hij in zijn jeugd zijn moeder verloren. Herinneringen aan haar dood komen boven drijven. De ontkenning van zijn vader dat ze  er zelf de hand in had gehad. Zijn vader die toen nog sterk en helder was en nu in een verpleeghuis verblijft.

In Napels ontmoet de ik-figuur Dario, een sympathieke Italiaan die hem verzorgt nadat hij gewond is geraakt bij een overval. Er ontstaat een bijzondere en heel natuurlijke intieme band tussen de mannen, die in een leven buiten de tijd lijken te bivakkeren. Dario geeft hem een nieuw leven dat heel basaal is. Ze genieten van de zon en vissen voor hun avondmaal. De schrijver toont een bijzondere vertrouwdheid tussen de twee, los van het feit dat ze eigenlijk niets weten van elkaars achtergrond. Het is een waardevolle band en de hoofdpersoon realiseert zich nadat hij gehoord heeft dat zijn vader is overleden: ‘Zolang je niet dood bent, leef je. Dat voelt als een opdracht.’

Een boek dat je meesleept in een aanvankelijk triest verhaal dat langzaamaan steeds mooier wordt. Het verhaal van een overlever dat tot nadenken stemt en bij je binnenkomt. Een aanrader!

zondag 15 juni 2014

Ware verhalen

‘Ware verhalen’ klinkt als de zoveelste reality soap om onze honger naar gluren bij de buren te stillen. Toch dienen de verhalen die Ton Rozeman voor deze bundel heeft verzameld een ander, en wellicht ook hoger doel. Met deze verhalen wordt geprobeerd een schaduwgeschiedenis van Nederland in de afgelopen tachtig jaar te vormen. De ondertitel luidt dan ook ‘Een persoonlijke geschiedenis van Nederland in verhalen’. De verhalen zijn geschreven in het kader van het Ware verhalen-project van Club Schrijven, Trouw en de KRO. Ton Rozeman heeft hieruit een selectie gemaakt en de verhalen op thema gepresenteerd. Zo komen bijvoorbeeld liefde, bekentenissen en de oorlog aan bod.

Hoewel sommige verhalen kenmerkend zijn voor Nederland, met name die over de oorlog, zijn ook andere verhalen opgenomen over persoonlijke gebeurtenissen die meer universeel lijken te zijn. Toch hangt er een sfeer in het boek die typisch Nederlands is. Dat zit ‘m waarschijnlijk in de details en de achterliggende normen en waarden. Juist deze persoonlijke verhalen ademen de geest van de tijd van de oorlog en die daarna. Afgaande op de herinneringen aan de oorlog en de ervaringen met de dood van een eerdere generatie, lijken de verhalen voornamelijk door babyboomers geschreven, de zeventigers van nu.

Ook al zit er hier en daar een onbeholpen zin in de verhalen, ze zijn overwegend de moeite waard. Zoals het verhaal over een vader die één kanonslag wil kopen en er met tien stuks en twee zoons die zich voor hem generen thuiskomt. De slagen slaan dood in de sneeuw, maar gelukkig heeft de buurman écht goed vuurwerk. Van de ‘knallers’, zoals de vader ze noemt, zijn er nog een paar over waarvan het lontje lang genoeg is om nogmaals af te steken. ‘Zo’, zei mijn vader, ‘en deze drie bewaren we mooi voor volgend jaar.’ De naoorlogse zuinigheid zit er diep in.

De verhalen zijn zonder uitzondering kort, maar mooi rond, en doen deze vorm van schrijven recht, net zoals de verhalen van Rozeman zelf dit doen. Op naar zijn eigen volgende bundel na dit uitstapje naar de Nederlandse geschiedenis.  

maandag 9 juni 2014

Grijze zielen

‘Ik heb nog nooit een schoft of een heilige gezien. De dingen zijn nooit helemaal zwart of helemaal wit, alles is grijs. Mensen en hun zielen ook… Je ziel is grijs, behoorlijk grijs, zoals die van ons allemaal…’ Dit zegt een dorpeling tegen de hoofdpersoon van het verhaal die zijn vrouw is verloren en zich haar gezicht niet meer voor de geest kan halen. Daar schaamt hij zich voor.

Philippe Claudel laat in zijn roman zien hoe mensen tot bepaalde daden kunnen komen, door de omstandigheden, hun afkomst of hersenkronkels. Hij schetst eerst de sfeer in een Frans plaatsje tijdens de eerste wereldoorlog. Een dorp dat zich aan de rustige kant van een heuvel bevindt, terwijl aan de andere kant mannen vechten en sterven in de loopgraven.

Toch gebeurt er in het dorp ook van alles. Een jong meisje wordt vermoord. Het verhaal lijkt in eerste instantie te gaan over de vraag wie dit op zijn geweten heeft, maar ontpopt zich gaandeweg steeds meer tot een bespiegeling op het leven door de hoofdpersoon. Claudel wekt de tijd van een eeuw terug beeldend tot leven. Klassenverschillen vieren hoogtij en rechtvaardigheid is ver te zoeken.

De vrouw van de verteller overlijdt tijdens de geboorte van hun kind in zijn afwezigheid. Hij voelt zich daar schuldig over. Zijn verdere leven staat in het teken van zijn vrouw. De zoektocht naar de moordenaar van het meisje biedt hem een houvast en een afleiding in zijn leven. Tot het moment dat blijkt dat er zich geen verdere details meer zullen openbaren. ‘Ik heb een vlam brandend gehouden en het donker ondervraagd, zonder ooit meer dan onvolledige , weinigzeggende flarden van antwoorden te krijgen.’ Zijn taak zit erop nadat hij zijn vrouw in gedachten zijn grote geheim opbiecht dat hij jarenlang met zich mee heeft gedragen. Claudel heeft zijn verhaal diepte en kleur gegeven. Het einde is zeker niet happy, maar wel mooi rond.